Ik was in Hardenberg. Wat een leuke school, die Risaeus. Met kinderen die op het schoolplein naar je toe komen rennen, en die je handtekening vragen. En die YESSS! roepen als je zegt dat ze een boekenlegger met een handtekening krijgen. Kinderen die allemaal de dab doen als ik m doe (‘WOOOO!’ roepen ze erbij). En bij wie je nauwelijks aan je eigen verhaal toekomt, omdat ze zo vol vragen zitten. Niet één kind vroeg naar mijn huisdieren of naar mijn lievelingseten. Nee, ze stelden vragen zoals
‘Wat voor opleiding moet je doen om schrijver te worden?’ (wat je maar wilt! Als je maar iets doet waarmee je je geld kunt verdienen.)
‘Hebt u tips voor als je wilt schrijven?’ (ga lezen! En schrijven! En haal ‘de verhalenmachine‘ van Iris Boter uit de bibliotheek. Dat staat vol met tips voor als je schrijver wilt worden).
‘Hebt u last van uw beroemdheid?’ (Eh… je denkt toch niet dat iemand mij herkent? De enige die me ooit herkend heeft was een jongen uit onze straat bij wie ik pas op school was geweest)
‘Hoe is het om een gouden griffel te winnen?’ (Dat zou je aan Anna Woltz moeten vragen)