Corien Oranje

griepje & aardige mensen

Ik had eerst helemaal niet door dat ik nog steeds koorts had. Ik dacht al, wat ben ik toch vreemd moe, en wat is het toch kil in de zon. En wat is het koud in bed. En wat doet mijn hoofd pijn als ik de vloer dweil en de wc’s schrob. Maar na negen dagen koorts belde ik toch maar even de assistente van de dokter. De keelontsteking was inmiddels overgegaan in een voorhoofdsholteontsteking (eigenlijk een bijholteontsteking, maar dat vind ik zo’n vies woord), en vervolgens in een oorontsteking. Ik liep vreemd scheef van de duizeligheid.
‘Toch maar even langskomen,’ zei de assistente. ‘Lukt dat?’
‘Geen probleem, ik moet in mijn eentje toch ook nog steeds een vijfpersoonshuishouden draaiend houden.’
Toch maar even een kuurtje, vond de dokter.
Ah, ik ben echt ziek, dacht ik. En eindelijk liet ik mijn 1000-woorden-per-dag-regime, mijn wc-schoonmaak- en dweildwang los en ging ik op bed liggen. Vijftien jaar geleden dat ik dit voor het laatst had gehad – en een paar van mijn baby’s waren toen óók ziek. Oorontsteking. Ach, wat een toestand. Nu zorgden mijn grote, lieve, sterke zoons voor me. Ze deden boodschappen, vouwden de was, stofzuigden, haalden de tuinkussens binnen en gingen op de fiets naar de Etos om oordruppels te kopen. Ze kwamen terug met oordruppels tegen oorsmeer. Ze hadden zelf gezocht en de goedkoopste oordruppels meegenomen die ze konden vinden. Er was nogal wat keus.
‘Ehm,’ zei ik, terwijl iemand met een onzichtbaar mes in mijn trommelvlies stak. ‘Het moesten eigenlijk druppels tegen oorpijn zijn. Hebben jullie een bonnetje?’
‘Nee, we zeiden dat dat niet hoefde.’
Ik snapte heus wel dat ik ze niet kon aandoen om terug te gaan, dus ik stapte op de fiets en reed naar het dorp, wat eigenlijk verbazingwekkend makkelijk ging omdat ik me alvast flink kwaad zat te maken voor het geval ze zouden zeggen: ‘Ruilen? En u hebt geen bonnetje? Sorry. Nee, daar kunnen we niet aan beginnen. En trouwens, geneesmiddelen nemen we nooit terug.’
‘U denkt toch niet dat ik mijn koortsige lichaam op de fiets hijs om u voor vijf euro negenenveertig OP TE LICHTEN!’ zou ik dan kunnen antwoorden. En: ‘Denkt u maar niet dat ik hier OOIT nog kom!’ – of zou dat te erg zijn? Te gemeen?
Die meisjes kunnen er natuurlijk ook niets aan doen, en ik zou het ook niet vol kunnen houden, zoveel drogisterijen zijn er niet in Haren, dus dan zou ik me de volgende keer moeten vermommen als ik naar de Etos wilde. Ik zou mijn haar platinablond moeten verven of een bril moeten nemen of een sjaal voor moeten binden. Nee, ik kon beter niet zeggen dat ik nooit meer een voet in hun winkel zou zetten. Het zou trouwens ook niet aardig zijn als ik dat zou zeggen.
Ik liep de winkel binnen. Er stond geen rij voor de kassa, dus ik liep naar een van de twee kassameisjes en zei: ‘Mijn twee zoons hebben hier zonet deze oordruppels gekocht.’
Ze lachte naar me. ‘Ja, dat klopt!’
‘Met rood haar.’
‘Ja, dat weet ik, ik heb ze zelf geholpen.’
‘Het waren eigenlijk de verkeerde druppels. Het moeten druppels tegen oorpijn zijn.’
‘O, dan heb je deze nodig.’ Ze nam de verkeerde oordruppels terug en gaf mij de goede mee. Ik moest een paar euro bijbetalen.
Ik reed terug naar huis, en ik dacht, wat zijn ze toch aardig, hier in Haren.
En wat heb ik toch geweldige kinderen.

Over Corien Oranje

Hoi! Ik ben Corien Oranje, en ik ben kinderboekenschrijver en tekstschrijver. Ik heb boeken geschreven zoals 'Love you, miss you', 'Kampioen' en 'Juf in de pan', en ik schrijf elke week een aflevering van 'Bianca's blog' voor Visie. Ik kom vaak op scholen om kinderen te vertellen over mijn boeken, en om ze te laten ervaren hoe cool het is om zelf verhalen te verzinnen, én hoe heerlijk het is om te lezen.

Back to list

Related Posts

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *