De kinderen van groep 5/6 van OBS de Sleutel deden hun pantoffels uit, stapten in hun schoenen, en liepen met hun opschrijfboekjes en hun pen naar buiten. Ze keken om zich heen en schreven alles op wat ze zagen en hoorden, en daarna liepen ze verder langs de weilanden, langs de wuivende takken van een kale treurwilg, langs de dotterbloemen bij de sloot en de pony’s die zomaar door een tuin liepen. We stonden stil bij de omgeploegde akkers (‘Wat zie je daar?’ ‘Eerpels.’). Via het huis van de familie De Zwaan met de tuin vol plastic zwanen kwamen we bij de oude fabriek van de firma H. Prummel (stucadoor-granito-kunststeenwerken), en aan de overkant van het kanaal zagen we paarden aan komen draven. (‘kijk, die bruine met die witte voet is van mijn vader en van mij, hij vindt het leuk dat hij me ziet’). Toen de kinderen terug waren bij school hadden ze bladzijden vol geschreven in hun boekjes, met alles wat ze onderweg hadden gezien, geroken (‘poep’), gevoeld (‘ik voel de wind’ ‘Ik voel steentjes’) en gehoord. Volgende keer maken ze samen met de Schoolschrijver (oké, dat ben ik) gedichten met alles wat ze verzameld hebben.
En buiten het raam van groep 3 vonden we een enorm ei! Heel toevallig. Net zo’n ei als er pas in Hoogezand op het dak van OBS de Schakel is aangetroffen. Ik heb het ei naar binnen gesjouwd (alle kinderen stonden achter het raam op de uitkijk), en daarna hebben de kinderen van juf Lo bedacht wat voor dier er in het ei moest zitten. Een struisvogel. Een dienoo. Of een langnek.
Ik heb een stukje voorgelezen uit weg met die draak, en daarna hebben we een goeie plek gezocht voor het ei. Het ligt nu in een mandje op de kast. Juf Lo heeft ons verteld dat er camerabewaking is op school, dus mócht het ei midden in de nacht uitkomen, dan kunnen we zien wat er gebeurd is. En als er een draak uitkomt, dan moeten we 112 bellen. Dat vertelde een van de meisjes uit groep 3. Haar opa is brandweer, dus die kan blussen als de draak vuur spuwt.