Corien Oranje

we sturen iemand langs

Jullie weten nog van die storm. Niet die van 5 december, maar die van november, toen bomen als lucifershoutjes afknapten, bovenop auto’s met mensen er nog in, de dag dat de mensen in de IJssel waaiden. Mijn man zat veilig in Jakarta, de jongens waren op school en ik zat thuis helemaal in mijn eentje te schrijven en te hopen dat de beuken in de achtertuin het op zouden geven en neer zouden storten, de beuken die 45 jaar geleden als heg geplant zijn en die omhoog geschoten zijn tot boven het dak en de achterbuurman wil niet dat ze ingekort worden tot normale heghoogte. Ik zag hoe de beuken bogen en kraakten in de wind, hoe ze al hun blad lieten vallen in onze tuin, maar omvallen, ho maar, ze zwiepten gewoon weer terug.
En toen zag ik ineens dat er wel een andere boom in nood was. Een boom vlak langs de straat. Er was een gigantische tak afgeknapt, en die bungelde een paar meter boven het wegdek. Kinderen met vaders fietsten er nietsvermoedend onderdoor. De tak hing nu nog klem tussen een paar andere takken, maar hij zwaaide vervaarlijk heen en weer, en als hij naar beneden zou vallen net als er een kind onderdoor fietste –
Ik belde de politie. ‘Een gevaarlijke situatie dus,’ zei de politieman die ik aan de lijn had.
‘Heel gevaarlijk,’ zei ik.
‘We sturen iemand langs.’
‘Moet ik wat doen?’ vroeg ik. ‘In de tussentijd? Moet ik mensen waarschuwen?’
‘Ja, als u iets kunt doen zonder u zelf in gevaar te brengen, heel graag.’
Ik legde de telefoon neer en vroeg me af of ik buiten moest gaan staan om alle voorbijgangers te waarschuwen, of ik de straat kon afzetten, maar ik kreeg ineens een beter idee. Ik parkeerde de auto precies onder de tak. Zo. Nu zou er geen kind meer door getroffen kunnen worden.
‘WAT?’ riep Dick vanuit Jakarta – ik liet hem de situatie zien vanaf de iPad. ‘Als die tak valt, is onze auto total loss!’
De overbuurvrouw kwam aanbellen. ‘Weet je wel dat je auto precies onder die tak staat?!’
‘Maar ik vind het wel heel opofferend van je,’ zei Dick.
‘Ik heb geen idee wanneer we iemand langs kunnen sturen,’ zei de politie. ‘Het is nogal druk.’
storm 2‘Ik heb nog wel vlaggetjes,’ zei de buurvrouw, en ik zette de auto een stukje achteruit en we bonden een oranje vlaggetjeslijn van de auto naar de lantarenpaal. ‘s Avonds, toen de storm geluwd was, klom de overbuurman in de boom en bond de loshangende tak vast. Ik parkeerde de auto weer veilig op de oprit.
Het duurde twee weken voor de tak werd afgezaagd. Toch blij dat ik niet al die tijd buiten heb gestaan om voorbijgangers te waarschuwen.

Over Corien Oranje

Hoi! Ik ben Corien Oranje, en ik ben kinderboekenschrijver en tekstschrijver. Ik heb boeken geschreven zoals 'Love you, miss you', 'Kampioen' en 'Juf in de pan', en ik schrijf elke week een aflevering van 'Bianca's blog' voor Visie. Ik kom vaak op scholen om kinderen te vertellen over mijn boeken, en om ze te laten ervaren hoe cool het is om zelf verhalen te verzinnen, én hoe heerlijk het is om te lezen.

Back to list

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *