Ik wist het ook niet. Maar het is heel makkelijk. De leerlingen van ‘t Sterrenpad in Nuis – de school waar ik Schoolschrijver ben – zijn er supergoed in. In dichten dus. Deze week hebben we trioletten* gemaakt. Ik heb beloofd om ze over te typen. En ik ontdek de prachtigste gedichten.
Uit groep 4:
in de efteling
ik eet een hokdok
ik zie een hokdok
in de efteling
ik hoor gegil
srik
in de efteling
ikeeteenhokdok in de agtbaan
op een groot grasvelt
ik speel met oom jruin
ik zie mein famieli
op een groot grasfelt
voetstape en geheg
de hand van oom
op een groot grasveld
ik speel heel leuk met oom juirin
in de stal
ik aai een lametje
ik zie stroo
in de stal
ik hoor meh
de lametjes
in de stal
ik geef een vlesje
En groep 5/6:
in de tuin van mijn oude huis
ik schommel heen en weer
ik zie huisen, de weg, mijn buren
in de tuin van mijn oude huis
ruik ik bloemen, lucht van auto’s
in de tuin van mijn oude huis
ik zit op de schommel en schommel heen en weer
op het voetbalveld in Leek
ik voetbal
gras, lucht en voetbal
op het voetbalveld in Leek
ik hoor de kets en ik ruik ranja
bal, gras en knie
op het voetbalveld in Leek
ik voetbal
op het strand
ik zwem
water en zand
op het strand
ik hoor mensen
ik voel zand
op het strand
ik zwem
* lesopzet uit het fantastische ‘weten waar de woorden zijn’ van Mariet Lems