Tijdens haar zwangerschap werd Dineke van Kooten ziek. Ze kreeg te horen dat ze nooit meer beter zou worden. Na veertien jaren van ziekte, gekluisterd aan rolstoel en bed, werd ze als door een wonder in de kapel van een klooster genezen.

In 'Dwars door de pijn' vertelt ze haar verhaal over langdurig ziek zijn, over de strijd met God, over de positieve kentering in haar zelfbeeld dankzij Gods liefde en over het wonder van herstel. Ze laat zien welke dilemma's het leven met ziekte met zich meebrengt en ze deelt belangrijke lessen die ze heeft geleerd.

Een eerlijk, rauw en tegelijk pastoraal en inspirerend boek waarin veel lagen van het menselijk leven worden aangeraakt, zoals ziekte en gezondheid, liefde, relaties en geloof.